SPOED: 06 89 99 08 35

Bevalling

Elke bevalling is anders !

De bevalling is van allerlei factoren afhankelijk, de natuur doet niet aan tijdschema’s. Het kan afhankelijk zijn van hoe je kindje in het bekken ligt bijvoorbeeld, of het je eerste of je tweede kindje is en hoe ontspannen of juist angstig je bent. Tijdens de controles in je zwangerschap werken we eraan je zoveel vertrouwen in je eigen lichaam te geven zodat jij je bevalling met vertrouwen tegemoet zal zien en op eigen kracht aan durft te gaan! De veilige termijn om te mogen bevallen is vanaf 37 tot 42 weken. Een bevalling begint in 90% van de gevallen met weeën en in 10% van de gevallen met het breken van de vliezen.


Wanneer mag je bellen?


  • Als de weeën om de 3-4 minuten komen bij een eerste kindje of om de 5 minuten bij een tweede of meerdere kinderen.
  • Als de vliezen breken.
  • Als je slijmerig bloed verliest “het tekenen”. Dit is een goed teken, bel ons in combinatie met de twee boven genoemde reden.
  • Bij onduidelijkheid of als je ongerust bent.
Img

Wanneer moet je direct contact met ons opnemen?


  • Bruin of groen vruchtwater.
  • Gebroken vliezen en als het hoofdje nog niet is ingedaald.
  • Veel helderrood bloedverlies, meer dan bij een menstruatie.

We komen eerst bij jullie thuis langs om te controleren hoe ver de bevalling is gevorderd. We voelen inwendig om te kijken hoeveel ontsluiting er is en luisteren naar de harttonen van je kindje. Als je thuis wilt bevallen, en daar is mogelijkheid voor, begeleiden we de bevalling verder thuis. Als je hebt gekozen voor een poliklinische bevalling in het ziekenhuis of in het geboortehuis, gaan we met jullie mee vanaf 3-5 cm ontsluiting. Wil je eerder naar het ziekenhuis of geboortecentrum dan zullen we proberen dit te regelen.


Benodigdheden voor een (thuis) bevalling

Welke soorten weeën zijn er?

De bevalling kent verschillende fases. Het verloop van de fases kan iedere keer anders verlopen. Zo kan de ene fase korter of langer duren ten opzichte van de andere. Geen enkele vrouw ervaart de fases hetzelfde, maar het geeft wel een duidelijke richting aan van wat je kan verwachten.

De meeste bevallingen lopen volgens dezelfde stappen, die we hieronder beschrijven.


De eerste ontsluitingsfase of latente fase

De ontsluitingsfase begint met het verweken en verstrijken van de baarmoedermond onder invloed van hormonen, weeën en de druk van het hoofd van je kindje. Het stugge ‘tuutje’ dat de baarmoedermond tijdens de zwangerschap is, wordt zacht (verweekt) en kort (verstrijkt). Dan kan de ontsluiting (het openen van de baarmoedermond) beginnen. Dit eerste deel van de ontsluitingsfase wordt ook wel de latente fase genoemd. De weeën komen vaak nog onregelmatig en je kunt zelfs twijfelen of het wel weeën zijn. Vrouwen kunnen vaak nog prima slapen of doorgaan met hun bezigheden. Het kan nog een hele tijd duren voor de ontsluiting doorzet, maar bij snelle bevallingen kun je ook zomaar in de actieve ontsluitingsfase zitten. Dit is van tevoren niet te zeggen. Spreek met ons af wanneer je mag bellen en luister naar je gevoel.



Img
    Wat je kunt doen tijdens deze fase:
  • Slapen, vooral als het ’s avonds of ’s nachts begint. Alle extra energie is meegenomen.
  • Wandelen of rustig ademhalen. De beweging kan ervoor zorgen dat je kindje goed verder indaalt en de ontsluiting doorzet.
  • Ontspannen en goede afleiding zoeken.

Het hormoon oxytocine tijdens de bevalling

Tegen het einde van de zwangerschap wordt de baarmoeder gevoeliger voor oxytocine (omdat er minder progesteron wordt aangemaakt), waardoor de bevalling op een gegeven moment kan beginnen. Tijdens de bevalling zorgt de druk van het hoofdje tegen de baarmoederhals ervoor dat er een flinke oxytocinestijging in je lichaam plaatsvindt. Het hormoon zorgt ervoor dat je baarmoeder samentrekt en dat je weeën uiteindelijk steeds krachtiger worden.



De tweede ontsluitingsfase of actieve fase

Op een gegeven moment is er geen twijfel meer mogelijk: de ontsluitingsweeën komen regelmatig, om de drie tot vijf minuten en houden ongeveer een minuut aan. Je kunt niet anders dan je er echt op focussen. Dit noemen ze ook wel de actieve fase van de ontsluiting. De samentrekkingen van de baarmoederspier zorgen ervoor dat de baarmoedermond opengaat. Dat gaat niet volgens een strak schema van zoveel centimeter per uur, maar kan per vrouw erg verschillend verlopen. Zo kan er ook een hele tijd weinig gebeuren, terwijl je een half uur later ineens een paar centimeter verder bent.


Het einde van de ontsluiting of overgangsfase

Gedurende de ontsluitingsfase worden de weeën meestal krachtiger en vaak komen ze tegen het eind sneller na elkaar. Het kan heel pittig zijn om ze op te vangen. Het laatste stukje ontsluiting wordt ook wel de overgangs- of transitiefase genoemd. Het lichaam werkt hard voor de laatste centimeters en bereidt zich hormonaal voor op de uitdrijvingsfase. Vrouwen kunnen nu misselijk worden, vermoeid raken of het gevoel hebben dat ze niet meer kunnen, maar dat is niet bij iedereen zo. Als de baarmoedermond zo ver open is dat het hoofd van je kindje erdoorheen past, heb je volledige ontsluiting. Daarvoor wordt tien centimeter aangehouden. Omdat de weeën niet zonder pijn zijn is het goed om tijdens de weeën ontspannen te zijn. Als je lichaam ontspannen is, kan je baarmoeder makkelijker samentrekken en gaat de baarmoedermond soepeler open. Voel je een wee aankomen, probeer dan mee te gaan op de golf.

Dit kun je doen om je weeën in de actieve ontsluitingsfase op te vangen: Hoe kan je ontspannen en welke natuurlijke en medicamenteuze mogelijkheden voor pijnbestrijding zijn er.


Mogelijkheden om te ontspannen

Even pauze ?

Tussen volledige ontsluiting en het ontstaan van persdrang kan je lichaam soms ook een pauze inlassen. Er gebeurt dan een paar minuten tot soms meerdere uren niets. Als jij en je kindje het goed maken, kun je gewoon wachten tot je persdrang krijgt. Soms vallen vrouwen zelfs even in slaap.


De uitdrijvingsfase

Als je volledige ontsluiting en persdrang hebt, kan de geboorte beginnen. De persweeën duwen je kindje steeds een stukje verder door het geboortekanaal. Persdrang is een reflex die je niet tegen kan houden en geeft het gevoel alsof je heel nodig naar het toilet moet. Hoe hard je moet meeduwen/persen, verschilt per vrouw. Je lichaam doet het meeste werk en je perst mee op gevoel. Als je niet goed voelt hoe je dit moet doen, kunnen we je aanwijzingen geven.


Tip bij het persen

Ontspan je gezicht tijdens het persen en duw met je buikspieren. Als je 'meeperst' met je gezicht, zet je spanning op je bekkenbodem én je hebt kans op rode ogen en gesprongen adertjes. Het helpt als je je concentreert op je kindje en doorademt, in plaats van je adem in te houden.


De spildraai

Op weg naar buiten maakt je kindje twee keer een draai: de inwendige en uitwendige spildraai. Dit is nodig omdat de ingang van het bekken een ovaal overdwars is, en de uitgang van het bekken een ovaal van voor naar achter. Het hoofdje van je kindje heeft ook een ovale vorm. Je kindje gaat dus het bekken in met de neus richting jouw zijkant, want dat past het beste. Daarna draait je kindje in je bekken de neus richting je ruggengraat (de inwendige spildraai). Als het hoofdje door de bekkenuitgang is gegaan (het hoofdje is geboren), draait je kindje opnieuw zijwaarts (de uitwendige spildraai). De schouders zijn dan evenwijdig aan de bekkenuitgang en worden één voor één geboren. De rest van het lijfje glijdt er achteraan.


Het hoofdje staat

Bij elke perswee komt het hoofdje dichter bij de uitgang, maar eerst zakt het na elke wee een beetje terug. Het geboortekanaal en perineum (de huid tussen vagina en anus) worden zo voorbereid op de doorgang van je kindje. Op een gegeven moment blijft het hoofdje tussen de weeën door zichtbaar en veert het niet meer terug: het hoofdje ‘staat’. Vaak geeft dat een heel branderig gevoel van onderen. Als reactie stop je dan even met persen, of de verloskundige vraagt je om te zuchten en dan weer te duwen. Het perineum krijgt zo de kans om mee te rekken, waardoor het hoofdje rustig geboren kan worden. Voel je de brandende ‘ring of fire’, dan weet je dus dat je je kindje bíjna kunt vasthouden.


Hoe lang duurt de persfase?

Ook dat verschilt per vrouw. Bij een tweede kindje gaat de persfase meestal veel sneller, maar ook je houding kan invloed hebben; bij verticale (zittende) houdingen werkt de zwaartekracht mee. Gemiddeld staat er bij een eerste kindje één à twee uur voor.


Img

Net bevallen

Direct na de bevalling wordt je kindje op je buik of borst gelegd. Dit huid-op-huidcontact is heel belangrijk. Niet alleen om je kindje warm te houden maar ook om je kindje bij te laten komen van de stress van de geboorte. Het is daarnaast belangrijk voor de overdracht van goede huidbacteriën van jou naar je kindje en het stimuleren van natuurlijke reflexen.


De nageboortefase

Terwijl je kindje bij jou op de borst ligt en jullie je kindje voor het eerst kunnen bekijken, wordt na ongeveer een kwartier tot een halfuur de placenta geboren. Dit gebeurt met nog één of twee weeën, waarbij je vaak een beetje moet meepersen. Als je borstvoeding gaat geven, helpt het aanleggen van je kindje; je maakt dan extra oxytocine aan, waardoor de baarmoeder samentrekt en de placenta los komt en geboren wordt. Het is belangrijk dat dit binnen een uur gebeurt, zodat de baarmoeder goed kan samentrekken. De wond op de plek waar de placenta zat trekt zo dicht en het bloedverlies wordt duidelijk minder. Een enkele keer komt de placenta niet vanzelf. Een oxytocine-injectie kan dan helpen. Als dit niet voldoende is, verwijdert de gynaecoloog de placenta onder narcose.


Uitkloppen en doorknippen van de navelstreng

In de nageboortefase wordt ook de navelstreng doorgeknipt. We doen dit als er geen hartslag in de navelstreng meer te voelen is. Hierdoor wordt het zuurstof- en ijzerrijke bloed volledig aan je kindje gegeven waardoor het een sterkere start heeft. Een minuut na de geboorte checken we de conditie van je kindje door naar de hartslag, ademhaling, kleur, spiertonus en reactie op prikkels zoals licht en aanraking te kijken (dit kan meestal gewoon terwijl je kindje bij je ligt). Dit is de APGAR-score. Na vijf en tien minuten wordt deze opnieuw gedaan, om globaal inzicht te krijgen in de gezondheid van je kindje.


Img

Het natijdperk

Na de geboorte van de placenta is er extra zorg voor jou en je kindje. De placenta wordt gecontroleerd en als je scheurtjes hebt of een knip hebt gehad, zullen wij je hechten. Ook wordt gecontroleerd of je baarmoeder goed samentrekt. Je kindje wordt helemaal nagekeken en gewogen en onder meer zijn zuig- en grijpreflex worden gecheckt. Als deze laatste fase is afgerond, minimaal een uur na de geboorte van de placenta, is onze taak volbracht. Beschuit met muisjes!



"you did it!"

Bij een normale bevalling neemt een goede voorbereiding veel angst en onzekerheid weg. Hierdoor ontspan je beter tijdens de bevalling.

Img