Ontspannen




Buikademhaling


Adem langzaam in door je neus en laat de lucht ‘in je buik lopen’. Maak je buik groot op de inademing. Adem daarna rustig uit door je neus of zachtjes blazend door je mond en voel hoe je buik terugzakt. Herhaal dit tot de wee wegebt. Met deze ademhaling geef je de baarmoeder ruimte om samen te trekken. Het is ook een lage ademhaling: je middenrif komt lager, waardoor je longen zich goed kunnen vullen met lucht. Je krijgt zo veel zuurstof (energie) binnen, ook voor je kindje. Als je "naar je buik ademt", verklein je daarnaast ook de kans dat je gaat hijgen of hyperventileren. Lees hier meer over puffen en ademhaling;


Puffen


Dit is een andere ademhalingstechniek, waarbij je uitademt in pufjes. Adem rustig vol in door je neus en stoot de lucht in pufjes uit via je mond, waarbij je de laatste puf verlengt. De lange pfffff aan het eind zorgt ervoor dat je niet te snel weer inademt. Dit houdt je ademhaling rustig, zolang het goed voelt. De pufjes tellen kan je focus geven en afleiden van de pijn.


Douchen of in bad


Warm water ontspant en in een bevalbad je kunt makkelijk bewegen omdat je gewichtloos bent.


Een fijne houding


Bepaal zelf welke houding je aanneemt. Hurken, staand leunen, op je handen en knieën, liggen op je zij, op een bal zitten, wiegen of draaien met je heupen: alleen jij voelt hoe je de weeën het beste kunt opvangen. En vaak voelen vrouwen intuïtief aan welke houding het beste is voor de indaling van je kindje.


Pauzes


De pauzes duren langer dan de weeën: doe daar je voordeel mee. Zodra de pijn afzakt kun je weer gewoon ademen en doen wat je fijn vindt: je uitrekken, verzitten, wat drinken, relaxed liggen, je laten masseren door je partner, knuffelen voor oxytocine. Zo kun je de volgende wee weer aan.


Als de weeën afnemen of stoppen


Een pauze in de ontsluitingsfase kan voorkomen en hoeft geen probleem te zijn. Het kan gebeuren doordat je uit je concentratie wordt gehaald of last hebt van spanning. Bijvoorbeeld door de rit naar het ziekenhuis, door druk pratend ziekenhuispersoneel of mensen die in- en uitlopen. Maar het kan ook zijn dat je lichaam even op adem moet komen. Probeer te ontspannen en vertrouw erop dat het straks gewoon weer verdergaat. Warm water (douche of bad), even lopen, naar de wc gaan, zeggen wat je dwarszit, massage, het licht dimmen, zorgen voor rust in de kamer, het kan allemaal helpen.


Je houding veranderen


Soms stoppen de weeën omdat je kindje niet optimaal ligt, waardoor de druk van het hoofd op de baarmoedermond niet gelijkmatig is. Er wordt dan minder oxytocine aangemaakt. Als je op je rug ligt, is er de minste ruimte in je bekken en krijgt je kindje weinig kans om bij te draaien. Beweging en verandering van houding kan zorgen voor extra ruimte. Hurken, wiegen, op handen en knieën met je billen omhoog: er zijn allerlei houdingen die het verschil kunnen maken, waarna de weeën weer op gang komen.

Wij hebben voor een thuisbevalling een baarkruk waar je gebruik van kan maken. Elk ziekenhuis in Utrecht beschikt over een baarkruk en skippy-, beval- of birthbal. Wil je thuis bevallen en gebruik maken van een birth- of skippybal moet je die zelf aanschaffen.



Weeënopwekkers


We kunnen ook voorstellen om je vliezen te breken en/of weeënopwekkers (synthetische oxytocine) te geven als de ontsluiting niet vordert. Dit kan de weeën weer krachtiger maken. Wel kunnen ze pijnlijker worden als de vliezen niet meer als ‘stootkussentje’ tussen het hoofdje en de baarmoedermond zitten. Of als het hoofdje met kracht tegen de baarmoedermond wordt geduwd, terwijl het hoofdje er niet goed voor ligt. Ook kan het zijn dat je in een weeënstorm terechtkomt. Twijfel je of je weeënopwekkers wilt, geef dit dan aan. Als er geen medische noodzaak is en afwachten veilig is, kun je ook eerst proberen of je met rust, ontspanning en andere houdingen de weeën weer op gang kunt laten komen.


Pijnbestrijding


Omgaan met pijn


Bevallen doet pijn. Daar kan niemand omheen. Elke bevalling is anders en elke vrouw gaat op haar eigen manier om met pijn. Er zijn allerlei manieren om de pijn te verzachten, met of zonder medicijnen, thuis en in het ziekenhuis.


Een paar feiten


De pijn die je voelt wordt veroorzaakt door de samentrekking van de baarmoeder; de weeën. Weeën zorgen voor ontsluiting. De pijn is niet steeds even erg. Aan het begin van de bevalling zit er meer tijd tussen de weeën en zijn ze nog niet zo sterk. Na een tijdje komen de weeën korter op elkaar, worden ze krachtiger en doen ze meer pijn. Je lichaam maakt als reactie hierop natuurlijke pijnstillers aan, de zogenaamde endorfinen. Deze zorgen ervoor dat je minder pijn voelt. Een wee kan je vergelijken met een golf; in het begin voel je de pijngolf opkomen en net voordat de golf omslaat is de pijn het hevigst. Daarna voel je de pijn afnemen. Tussen de weeën door is er rust in je buik.


Tips om met de pijn om te gaan:



Natuurlijke manieren



Zoek afleiding:


Probeer niet te veel op de pijn te letten in het begin. De weeën zijn dan meestal nog goed te verdragen. Probeer zo lang mogelijk door te gaan met waar je mee bezig bent.


Probeer houdingen uit:


Als de weeën krachtiger worden, gaan ze meer pijn doen. Het wordt moeilijker om je te ontspannen. Zoek een plek waar jij je prettig voelt en probeer uit in welke houding je de weeën het beste op kan vangen. Zoek een houding waarin jij je kunt ontspannen en waar jij je goed bij voelt. Zo kun je staand een wee opvangen, terwijl je wiegt met je heupen of leunt op een tafel of stoel. Je kan ook gaan lopen, zitten of liggen. Het is belangrijk dat je niet verkrampt; blijf doorademen en laat alles zo losjes mogelijk hangen.


Warmte:


Warmte helpt om te ontspannen. Zorg voor een aangename temperatuur en kleren die lekker zitten. Je kan gebruik maken van warmwaterzakken of een kersenpittenzak. Een warme douche of een warm bad werkt ook heel ontspannend.


Aftellen:


Elke wee is er eentje minder en die komt ook niet meer terug. Denk positief, geloof dat je dit kunt. Er kunnen momenten komen dat de pijn je overvalt en dat je het even niet meer ziet zitten; laat je moed inspreken en pak de draad weer op. Elke wee is een stapje dichter bij het krijgen van je kindje!


Ademhaling:


Concentreer je op het ritme van je ademhaling, dan ben je minder gericht op de pijn. Blijf rustig doorademen. Adem door de neus in en adem dan langzaam in vier tellen door de mond uit.


Massage:


Een massage van je onderrug, benen of heupen kan prettig zijn als de weeën sterker worden. Ook constante tegendruk door vuisten of handpalmen in je rug kan fijn zijn. Probeer het uit en geef aan wat je wel en niet fijn vindt. Misschien wil je liever dat er niemand aan je zit. Laat weten wat je voorkeur is.


Geboorte-TENS:


De geboorte-TENS (Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie) is een apparaatje dat je kan ondersteunen bij het opvangen van de weeën. Je bedient het apparaatje zelf, wat een fijn gevoel en controle kan geven. Vanuit het apparaatje lopen draadjes (elektroden) die met een plakker op je rug geplaatst worden. Door op de knop te drukken geef je jezelf kleine stroomstootjes. Je bepaalt zelf hoe sterk ze zijn. Via je rug komen de stroomstootjes je lichaam binnen. Het geeft een prikkelend of tintelend gevoel, vergelijkbaar met koude handen die gaan tintelen als ze weer warm worden. Je lichaam maakt als reactie hierop extra endorfinen aan. TENS neemt de pijn niet helemaal weg, maar vermindert de pijn bij sommige vrouwen wel. Het is veilig voor jou en je kindje. Kijk voor meer informatie op www.geboortetens.nl


Steriele waterinjecties:


Wanneer je pijn in je onderrug hebt, kun je baat hebben bij waterinjecties. Je verloskundige geeft je 4 prikken met steriel water onder in je rug net boven je bilspleet. Waterinjecties werken 1 tot 2 uur, maar kunnen zo vaak herhaald worden als je wilt.
Voordelen van waterinjecties:
Waterinjecties werken goed tegen pijn in de onderrug
Je merkt snel dat het werkt. Vaak al bij de volgende wee
Er zijn geen bijwerkingen of gevolgen voor jou of je kindje
Waterinjecties kun je snel toegediend krijgen
Ze zijn overal en altijd toepasbaar. Ook tijdens het persen of tijdens de rit naar het ziekenhuis
Nadelen van waterinjecties:
De 4 prikken doen even pijn. Soms heb je nog één a twee minuten pijn op de plek van injecteren.


Medicinale pijnstilling


Als je geen hulpmiddel meer kan vinden tegen de pijn, kan je kiezen voor medicijnen. Hiervoor moet je altijd naar het ziekenhuis. Bij toediening van medicijnen wordt continu je hartslag, bloeddruk en ademhaling gecontroleerd. Ook de hartslag van je kindje wordt bewaakt door middel van een cardiotocogram (CTG). Deze apparatuur is alleen in het ziekenhuis aanwezig. De vorm van pijnstilling en het moment van toedienen wordt altijd overlegd met de dienstdoende gynaecoloog en is afhankelijk van het verloop van de bevalling. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat de bevalling te ver gevorderd is om nog een ruggenprik te geven. Verder wordt alle medicinale pijnstilling stopgezet op het moment dat je volledige ontsluiting hebt.


Pompje met remifentanil


Remifentanil is een morfineachtige stof die wordt toegediend via een infuus in je arm. Je kunt zelf met een drukknop bepalen wanneer je remifentanil wilt krijgen. Het pompje is zo afgesteld dat je jezelf nooit teveel kunt geven.
Voordelen:
Het werkt al na 1 minuut. Remifentanil verdooft de pijn, maar minder goed dan een ruggenprik.
Nadelen:
Remifentanil kan van invloed zijn op je ademhaling en op de hoeveelheid zuurstof in je bloed. Er is een kleine kans op een ademstilstand bij de moeder. Daarom moeten jij en je kindje continu zorgvuldig in de gaten worden gehouden. Tijdens het gebruik van  remifentanil mag je niet rondlopen.


Ruggenprik (epidurale analgesie)


Een ruggenprik is een injectie in je onderrug met een combinatie van pijnstillende medicijnen. Bij deze vorm van pijnstilling heb je geen pijn meer in je onderlichaam. De anesthesist brengt onder plaatselijke verdoving in je onderrug een naald aan. Hiervoor moet je je rug bol maken en stil blijven zitten of liggen. Via de naald wordt een dun, soepel slangetje in je rug gebracht. De naald gaat er weer uit, het slangetje blijft zitten. Door dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling pijnstilling toegediend. Binnen 15 minuten voel je geen pijn meer.
Voordelen:
De meeste vrouwen (95%) voelen helemaal geen pijn meer tijdens de weeën. Voor zover bekend heeft het geen nadelige gevolgen voor het kind of het geven van borstvoeding. Je wordt niet slaperig of suf en maakt de bevalling dus helemaal mee.
Nadelen:
Soms werkt een ruggenprik maar aan één kant. Bij ongeveer 5% van de vrouwen wordt de pijn niet of nauwelijks minder. Dat kan komen door de plaats waar de naald is ingebracht en de dosering van de medicijnen. De ruggenprik wordt dan soms opnieuw uitgevoerd.
De bevalling, vooral het persen, duurt langer. Daardoor heb je meer kans op een kunstverlossing. De gynaecoloog helpt dan met de vacuümpomp of de verlostang.
Je eigen weeën kunnen afnemen. Je krijgt dan medicijnen om de weeën te ondersteunen. Je mag niet uit bed, omdat je minder gevoel hebt in je benen. Dat komt langzaam weer terug nadat de toediening van medicijnen is stopgezet.
Je krijgt een infuus om te voorkomen dat je een te lage bloeddruk krijgt.
Meestal krijg je een blaaskatheter, omdat je door de verdoving niet goed voelt dat je moet plassen. Je temperatuur kan stijgen door een ruggenprik. Het is dan lastig om te bepalen of dat door de ruggenprik komt of dat het om koorts gaat door een infectie. Soms krijg je dan voor de zekerheid antibiotica. Er is een kans dat je kindje na onderzoek door de kinderarts wordt opgenomen op de kinderafdeling en ook wordt behandeld met antibiotica.
Je kunt jeuk krijgen van de medicijnen. Dit kan goed behandeld worden door de samenstelling van de medicijnen aan te passen.

www.zorgwijzer.nl
www.bevallingspijn.nl


Terug naar Bevalling